Menu

Patiënten met diabetes hebben een verhoogd risico op een ongunstig verloop van COVID maar ook op gezondheidsproblemen door uitstel van zorg. De huisarts is hier een essentiële schakel.

Interventies gebaseerd op de componenten van het Chronic Care Model leiden tot een betere kwaliteit van de diabeteszorg. Dit blijkt ook uit dit onderzoek, maar er was nog ruimte voor verbetering, vooral wat de screening naar complicaties betreft.

Het aantal patiënten met diabetes type 2 die met insuline worden behandeld in de eerste lijn, neemt alsmaar toe. Het toegepaste insulineschema is afhankelijk van de leef- en werkomstandigheden van de individuele patiënt. Insulinedosisaanpassingen zijn een vaardigheid die elke huisarts goed moet beheersen. In dit artikel worden de in de eerste lijn meest gebruikte schema’s besproken en geïllustreerd met enkele voorbeelden. Een kunstmatig onderscheid maken voor de geïnteresseerde huisarts in het begeleiden van patiënten met enkel één tot twee injecties en patiënten met meer dan twee injecties is...

Het Diabetesproject Aalst heeft samen met de zorgverleners uit de regio een zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn ontwikkeld op basis van het Chronic Care Model (zie Huisarts Nu 2008;37:76-81). In dit tweede deel wordt onderzocht welke factoren de implementatie van dit zorgprogramma bevorderd dan wel belemmerd hebben. Op basis van deze analyse kunnen duidelijke adviezen naar het beleid geformuleerd worden om de chronische zorgverlening in de eerste lijn beter te organiseren.

Het Diabetesproject Aalst is een verkenning naar de voorwaarden om de chronische zorg voor diabetes type 2 patiënten in ons land te verbeteren. Op basis van het Chronic Care Model werd een regionaal zorgprogramma uitgewerkt. Een belangrijk uitgangspunt is dat de huisartsenpraktijk een centrale rol heeft in de diabeteszorg en dat er maximaal wordt samengewerkt met de reguliere zorgverleners. Patiënten kunnen, op verwijzing van de huisarts, een educatieprogramma volgen.

De huisarts is de spil in de zorgverlening aan diabetespatiënten. Vermits het aantal patiënten bij wie insulinetherapie deel uitmaakt van hun bloedsuikerverlagende therapie toeneemt, lijkt het ook logisch dat de huisarts het initiatief neemt om insuline op te starten. Mits invulling van de noodzakelijke randvoorwaarden blijkt immers dat insulineopstart met eenvoudige schema’s in de eerste lijn haalbaar en effectief is. In dit artikel wordt stapsgewijs uiteengezet bij wie, wanneer en hoe insulinetherapie met één injectie moet worden opgestart.

In de regio Aalst loopt in het kader van het Koninklijk Besluit van 22 juni 2001 een diabetesproject dat wil nagaan of het haalbaar en effectief is om via een bottom-up methode een model van gedeelde diabeteszorg te ontwikkelen. Op basis van een vragenlijst werd eerst de huidige zorgverlening in kaart gebracht. Hierover werd vervolgens gedebatteerd in intradisciplinaire en interdisciplinaire werkgroepen. Vertrekkende van de knelpunten en de suggesties om ze op te lossen, werden adviezen geformuleerd.

Sinds meer dan anderhalf jaar is in de zorg voor diabetespatiënten een zeer praktisch instrument beschikbaar: de diabetespas. Deze pas zou de patiënt toelaten zelf zijn persoonlijke doelstellingen bespreekbaar te maken met de huisarts, die met hem het noodzakelijke zorgtraject beter zou kunnen uittekenen. Daarnaast zou de diabetespas de samenwerking tussen de verschillende zorgverleners in eerste en tweede lijn verbeteren. We kunnen ons afvragen in welke mate de diabetespas vandaag in de diabeteszorg wordt gebruikt en of de zorg daardoor is verbeterd. De auteurs interpelleerden de...

Hoe is de diabetesconventie ontstaan? Welke weg heeft ze tot op de dag van vandaag afgelegd? En waarom heeft ze aanleiding gegeven tot groeiende onvrede tussen eerste en tweede lijn? Twee endocrinologen schetsen voor u de geschiedenis en de geest van de diabetesconventie. Ze pleiten voor het voortbestaan van de conventie, maar geven toe dat er bijsturing nodig is. Vorig jaar zijn er voorstellen geformuleerd om de huisarts, met steun van de endocrinoloog, een coördinerende rol te laten opnemen in de zorg voor diabetes type 2-patiënten. Maar waar staan we nu?

Men voorspelt dat tussen dit en acht jaar het aantal diabetespatiënten in West-Europa met zo’n 20 % zal toenemen. Veroudering van de bevolking, toenemende prevalentie van overgewicht en gebrek aan lichaamsbeweging liggen onder meer aan de basis van dit groeiend gezondheidsprobleem. Diabetes, onderverdeeld in type 1 en 2, is een complexe en vaak sluimerende aandoening die een adequate medische follow-up vraagt. Bovendien vereist de zorg voor diabetici een aantal voorwaarden inzake organisatie van de zorgverlening. Een eerste concrete stap naar betere omkadering werd gezet met de recente...